Op zondag 25 september 2011 hield filosofe en fysiotherapeute Dr. Jenny Slatman de vijfde lezing in de cyclus ‘Streven naar het ware leven’. Met de inzichten van klassieke en actuele denkers liet zij zien dat wat wij ons ‘eigen’ lichaam noemen ook iets vreemds heeft.
Maar juist omdat er altijd iets vreemds in onszelf aanwezig is, kunnen we ons aanpassen aan extreme veranderingen, aldus Jenny Slatman. Onze cultuur staat zelfs in het teken van het perfectioneren van het menselijke lichaam door middel van technologisch ingrijpen. Mensen laten hun gezicht gladstrijken met botox. Als hun hart niet meer functioneert, kunnen ze het hart van een ander laten implanteren. Als ze door een ongeluk een lichaamsdeel moeten missen, kan dat vervangen worden door een prothese. Maar wat doet dat ‘vreemde’ met het beeld dat je van jezelf hebt? Kan een individu zich nog identificeren met zichzelf als hij of zij er door chirurgische ingrepen anders uitziet – of zich niet meer ‘echt’ zichzelf voelt? Is een prothese alleen een verlengstuk van het lichaam of kan het worden beschouwd als een wezenlijk, authentiek en waarachtig deel van ons zelf? Een antwoord op zo’n vragen is nooit eenduidig, zo bleek.
Dr. Jenny Slatman (1969) studeerde filosofie aan de Universiteit van Amsterdam en de Université Paris XII, fysiotherapie in Deventer. Zij promoveerde op L’expression au-delà de la représentation. Sur l’aisthêsis et l’esthétique chez Merleau-Ponty, uigegeven bij Vrin (Paris), en verzorgde de vertaling van Merleau-Ponty’s boek De wereld waarnemen. In 2008 verscheen Vreemd Lichaam. Over medisch ingrijpen en persoonlijke identiteit, genomineerd voor de Socrates Wisselbeker. Jenny Slatman doceert aan het Maastricht University Medical Center. In 2010 kreeg zij een NWO-VIDI beurs voor haar onderzoeksproject Bodily Integrity in Blemished Bodies, waarmee ze een filosofische onderzoekslijn ontwikkelt in de gezondheidszorg.