DE ZIENSWIJZE DIE EEN ZIJNSWIJZE WAS
VERSLAG VAN EEN MUZIKALE EN AMICALE ODE AAN EEN KUNSTZINNIGE DICHTER
Even lieten de zangers van het Vlaams Radiokoor de stemmen uitsterven, zodat het leek alsof zij verdwenen, om dan naar nieuwe hoogten te reiken. Soms zit de kracht van een werk in de stilte, in het contrapunt als zachte verrassing. Dat wist ook dichter Bernard Dewulf wiens poëzie deze avond gehuldigd werd in de Rubenszaal van het KMSKA, een barokkerk gelijk.
…
‘Wat Bernard later ook schreef, het was altijd het werk van een dichter,’ stelde collega-journalist Erik Rinckhout. Zij leerden elkaar kennen op de redactie van De Morgen en bleven 30 jaar bevriend. ‘Een half mensenleven, zoals later zou blijken.’
…
Deze getuige sprak over de zienswijze van de dichter, die een zijnswijze was. ‘Het gaat bij Bernard om meer dan thema’s. Ze maken de essentie uit van zijn bestaan.’ – ‘Kunst was in zijn wereld verbonden met zinnelijkheid in de ruimste zin van het woord. Het genot van het kijken. Zinnelijkheid als eeuwig voorspel. Dat alles bestraald met licht.’
…
Collega-dichter Charles Ducal (zie portret) sprak over de donkere kant, die Bernard ook had. Over het zinkgat in hem. Over ‘het zuigende zwart’ en ‘de tuimeling in het blauwe niets’. De existentiële twijfel waartegen hij zich verzette door doordacht te formuleren. ‘Zelfs vanuit de donkerste gedachten deed hij wat poëzie van de dichter vraagt.’
…
Dewulf en Ducal waren decennialang elkaars proeflezer. In zijn nawoord voor het verzameld dichtwerk ‘Licht dat naar ons tast’ getuigt Charles Ducal over wat de poëzie aan zijn vriend heeft gekost, maar ook wat ze de lezer kan bieden: ‘Het is een boek waarin veel donker spreekt. Maar ook een boek waarin het donker overwonnen wordt. Niet in psychologische zin maar dankzij de taal. Deze gedichten zijn prachtig omdat ze licht geven. Licht. Waarschijnlijk het sleutelwoord van heel zijn oeuvre, wat hem mateloos fascineerde in de verf, waar hij naar reikte in het woord.’
…
Het ‘O nata lux’ van het Vlaams Radiokoor klonk daarna eventjes als een alles opklarende ode.
…
–
FOTO’S EN TEKST: EDDY STRAUVEN
–